Puits Simon
Puits Simon
Eén van de belangrijkste kolenmijnen van het Lorraine-bekken.
12 september 2020
De Puits Simon was een van de belangrijkste kolenmijnen van het Lorraine-bekken in de Franse Moezelstreek. Ze dankt haar naam aan de ingenieur Guillaume Simon, gedelegeerd bestuurder van de Compagnie des Houillères de Petite-Rosselle van 1905 tot 1913. Achter de schermen behoorde de mijn tot het imperium van de familie Wendel, die we kennen van onder meer Bureau Central en Mine des Grimpeurs. De afzetting werd geïdentificeerd dankzij een reeks boringen, uitgevoerd tussen 1817 en 1849, maar pas in 1904 begon het graven van de schacht Simon nr. 1.
Deze winningslocatie bestond uit vijf mijnschachten, waarvan deze locatie de schachten 1 en 2 omvatte. Schacht 1, met een diepte van 478 meter, ging in uitbating vanaf 1907 en nauwelijks een jaar later werden de graafwerken voor schacht 2 aangevat. Tegelijkertijd begon men aan de bouw van het douchegebouw, het administratiegebouw, de werkplaatsen en de thermische krachtcentrale. Deze werden voltooid in 1910. Voor Schacht 2, die een diepte van 498 meter bereikte, begon de ontginning in 1914, aan de vooravond van WOI.
Het mijnbedrijf bleef niet gespaard van rampen. Op 25 februari 1985 kwamen 22 mijnwerkers om bij een mijnbrand en vielen er meer dan honderd gewonden. Na de sluiting van de put Wendel in 1985 volgde er een logistieke consolidatie, waarbij alle bovengrondse activiteiten en administratie werden geconcentreerd op de site van de Puits Simon. Op 5 december 1997 verrees een laatste symbolisch mijnwagentje uit schacht nr. 2. De mijnbouw in de oostelijke sector van het mijnbekken stopte daar. Vanaf 2002 werd de site verlaten en raakten de gebouwen in structuren steeds meer in verval.