Kraftwerk KH
Kraftwerk KH
Elektriciteitscentrale van een verlaten steenkoolmijn.
21 oktober 2023
De steenkoolwinning in deze regio begon omstreeks 1875. In 1901 werden een aantal van de velden verkocht aan de illustere industriële familie De Wendel, die we onder meer kennen van Bureau Central, Puits Simon en Mine des Grimpeurs. De eigenaren van het kopende bedrijf waren de twee broers Henri en Robert de Wendel. Ze lieten de velden consolideren en combineren tot één veld, dat naar hun familienaam De Wendel werd genoemd. De eigenaren richtten op dit veld de kolenmijn De Wendel op met als doel de vetkolen, die in de Saarstreek niet voorkomen, te winnen voor hun eigen smelterij in Lotharingen.
Na drie jaar voorbereiding werd in 1904 de eerste steenkool gewonnen. Pas in 1906 begonnen eindelijk de reguliere mijnbouwactiviteiten. 606 werknemers genereerden een jaarlijkse productie van 31.084 ton. Vervolgens werden de dagvoorzieningen uitgebreid. In 1908 werd een cokesfabriek gebouwd, die het jaar daarop de eerste partij cokes kon produceren. Tegelijkertijd met de cokesfabriek werd de mijnspoorlijn aangelegd, die bood de mogelijkheid tot het verschepen van steenkool en cokes naar de ijzerfabriek van Lorraine.
De Eerste Wereldoorlog bracht echter aanvankelijk het Duitse verplichte bestuur over de mijn met zich mee, aangezien de eigenaren, die beiden Frans waren, nu tot de tegenstanders van de oorlog behoorden. Na het einde van de oorlog keerde de faciliteit terug naar het eigendom van de De Wendels. Ondanks deze verwarring bleef het complex groeien en werd het uitgebreid met een eigen havenbekken.
De machtsgreep door de NSDAP en Hitler bracht voor Duitsland tal van veranderingen met zich mee voor De Wendel. Om represailles van de nationaal-socialisten, die de Frans klinkende naam een doorn in het oog vonden, te vermijden, hernoemde de familie de Wendel de exploitatiemaatschappij van de mijn van De Wendel naar een Duits klinkende naam.
In 1969 verkocht de De Wendel Group de mijn uiteindelijk aan een Duits mijnbouwbedrijf. Voor de mijn betekende dit het schrappen van de bestaande productielimiet van 1,5 miljoen ton. Voor het eerst kon de mijn uitbreiden buiten zijn eigen smalle mijnenveld, dat slechts ongeveer 18 km² groot was.De mijn bleef nog actief tot het najaar van 2010, waarna ze gedeeltelijk ontmanteld werd.
Het is niet duidelijk wanneer de huidige elektriciteitscentrale precies werd opgericht. Wellicht gebeurde dat al kort na de oprichting. Alleszins werd ze in 1942 gemoderniseerd en uitgebreid met zwaardere generatoren. De centrale is mooi bewaard gebleven en gevrijwaard van vandalisme. Ze bevat nog enkele prachtige AEG-turbines met bijhorende controlekamer.