Rechtermuisklik werd uitgeschakeld voor deze website.
logo
  • Control Room S

Control Room S

Voormalige elektriciteitscentrale met twee prachtige controlekamers.

10 september 2016 - 10 oktober 2017

Dit gebouw behoorde oorspronkelijk bij een hoogovenbedrijf. De hoogoven verdween in de jaren 1980, maar dit gebouw, dat in 1901 opgericht werd als elektriciteitscentrale van staalbedrijf Cockerill, bleef gespaard. Het was een van de eerste centrales waar hoogovengas werd gebruikt om gasmotoren aan te drijven. Twee ingenieurs bij Cockerill, Bailly en Kraft, probeerden al sinds 1895 om het gas uit de hoogovens te recupereren als brandstof voor gasmotoren. In december 1895 slaagden ze er als eersten in om een experimentele gasmotor van 4 pk aan de praat te krijgen. De firma Cockerill was hiermee een van de eerste, zo niet de eerste ter wereld, die motoren kon aandrijven door het gas uit de hoogovens op te vangen en te recupereren. Deze centrale herbergde in de beginjaren twee motoren van vijfhonderd kilowatt en vier motoren van duizend kilowatt. Samen met de gasmotoren in een tweede centrale, aangedreven door gas uit de cokesovens, bedroeg het totale vermogen net geen zesduizend kilowatt.

Sinds begin jaren 1990, na het verdwijnen van de hoogoven, werd er geen stroom meer geproduceerd. Het Zweedse metallurgisch bedrijf Akers nam zijn intrek in de uitgestrekte centrale om er cilinders voor walserijen te maken. In 2010, tijdens het hoogtepunt van de crisis in de staalindustrie, trok ook Akers zich terug uit het gebouw.

Het bezoek aan deze "verlaten" fabriek was een vreemde gewaarwording. Ik kwam binnen langs een oud deel van het gebouw, met een veelbelovende mate van verval. kapotte ramen, houtrot, afbladderende verf,... Tot mijn grote verbazing stond het productiegedeelte van de fabriek hiermee in schril contrast. Het monotone gezoem van nog werkende generatoren en de alom aanwezige verlichting wekten de indruk dat de volgende ploeg arbeiders elk ogenblik aan de slag kon gaan... Nochtans lag ten tijde van mijn bezoek de productie al een tijdje stil... Bij een tweede bezoek, ruim een jaar later, was er van enige activiteit al niets meer te merken en waren de sloopwerkzaamheden intern al volop aan de gang. Het is maar een kwestie van tijd voor dit prachtige stukje industrieel erfgoed voorgoed zal verdwijnen...