Chateau d'Eau
Chateau d'Eau
Watertoren, restant van een groot staalbedrijf.
29 september 2021
Deze watertoren maakte deel uit van een voormalig hoogoven- en staalbedrijf dat in 1888 werd opgericht.
De activiteiten op het terrein waren er echter al gekend sinds 1752, toen er een smederij, aangedreven door een watermolen, werd opgericht. Hoewel het bedrijf aanvankelijk groeide en de bedrijvigheid uitbreidde met meerdere installaties, waaronder zelfs een kleine hoogoven, volgde er in 1829 een faillissement en een overname. Mede dank zij het pas aangelegde kanaal, dat dat langs de site liep, konden de nieuwe eigenaars het bedrijf aanzienlijk laten groeien en uitbreiden. Vanaf 1850 was er dan ook sprake van een volwaardige staalfabriek. Er werd een nieuwe walserij ingericht en een verbinding met het spoorwegnet werd tot stand gebracht. In 1888 werd de bedrijfsvorm omgezet in een Naamloze Vennootschap, die gedurende meer dan 100 jaar de belangrijkste werkgever in de regio zou worden.
Halverwege de jaren 1970 was de staalfabriek op haar hoogtepunt en stelde het ruim 6000 arbeiders te werk. De oliecrisis van 1973 kondigde echter - net zoals voor vele andere bedrijven - een bijzonder problematische periode aan. Door de sterk fluctuerende grondstofprijzen en een bedenkelijke rol van de banken in het verhaal, bleek het faillissement uiteindelijk onafwendbaar. In 1996 werd de fabriek failliet verklaard.
Sinds 2008 werden de sloop- en saneringswerken aangevat. Van het bijna 80 hectare grote industrieterrein rest vandaag enkel nog een deel van de hoogoven en deze watertoren.